Merkwaardige momenten langs de Portugese Kust

’s Nachts om twee uur komt Frans naar boven. We zitten dicht bij kaap Espichel, op weg naar Cascais. De Portugese Noord staat aardig door en de zee is rommelig. We stampen en kurketrekkeren er tegenin op de motor, met een mijltje of vijf. Het is aardedonker, nieuwe maan, helder zicht. Ik ga naar kooi.

Plotseling word ik vanuit mijn mooie diepe dromen op helse wijze gewekt. De motor loeit op volle toeren in zijn achteruit en de Noorderzon siddert in al haar voegen, een siddering die zich doorzet in mijn zenuwstelsel. “Stop!!” schreeuw ik, denkend dat we een complete serie kreeftenkooien in de schroef hebben hangen (al eens eerder gebeurd in Galicië). Ik spring in mijn blote kont naar boven waar mijn kompaan Frans de motor inderdaad stopt en zwijgend naar een lichtspel wijst als van een disco; het achterschip van een tamelijk forse visserman die met grote vaart van ons weg vaart.

“Die voer bijna over ons heen” zegt hij, terwijl hij een sigaret opsteekt. “Ik had hem de hele tijd keurig groen op groen, ging nog voor de zekerheid een halve streek bakboord uit, draait die gek ineens vol stuurboord uit en loopt godzijdank nog net voor ons over omdat ik vol achteruit sloeg”.

De rest van deze reis zijn we extra alert op de vaak onnavolgbare bewegingen van vissermannen.

De GPS, wie vaart er niet op? Hartstikke betrouwbaar nietwaar. Totdat we op de positie N 37 06.78 en W 08 58.19 ( ja, zoek het maar op) ineens geen GPS meer hebben. Error. Hè ook dat nog, we hadden al een accuprobleem gehad en de motor van de ankerlier doet het ook al niet meer en nu dit. Geen GPS. De avond valt, de ruwe rotsen lijken op een paar mijl ineens erg dichtbij. Maar goed, we hebben een handheld reserve aan boord, de Magellan 310. Pas nog gecheckt, nieuwe batterijen. Geen probleem dus. Maar, de Magellan blijft zoeken en zoeken en vindt eindelijk na acht minuten moeizaam één satelliet. Dan twee minuten later nog één. Ik weet dat hij er meestal binnen een paar minuten een stuk of acht negen oppikt, dus dit is raar. Zijn de satellieten uit de hemel geschoten? Terroristen? Het scenario is wel eens beschreven, de hele wereld vaart, rijdt, stuurt en vliegt op de satellieten, dus…
“Omkeren”, vindt Frans,”we kunnen tegen daglicht nog de baai van Baleeira bereiken…”

Omdat we toch een beetje onzeker zijn, om niet te zeggen nerveus, zo zonder GPS, zetten we de radio aan en de Marifoon, in de hoop op uitleg. Maar geen oorlog, geen onheilsberichten, geen paniek in de ether. Ik doe een testprogramma op de hoofd GPS; de melding is – internal error, satelliet check, 0 of 7- . Krijg nou wat!

Maar zie, de kleine Magellan begint nu ineens tot leven te komen, twee, drie, vier, vijf satellieten! En ja hoor, ook op de laptop verschijnen wij weer in beeld, na een kwartier hebben we acht satellieten en kort daarna zelfs negen. Positie N 37 06.22 en W 08 57.32.

Goede tip: houd deze posities in de gaten als je langs de Portugese kust vaart. Het ligt niet aan je GPS!

The “Atlantic Coasts of Spain and Portugal” published by the Royal Cruising Club Pilotage Foundation provides detailed information on all the harbours of the coast and is strongly recommended. It may be obtained from Imray Laurie Norie & Wilson or most nautical booksellers.

Wie langs de Portugese kust vaart heeft deze Pilot aan boord. Strongly recommended. Nu is er een haven waar elke toerzeiler likkebaardend voorbij zeilt, als ware het een onbereikbare droom: Vila Nova de Milles Fontes. Hannibal schijnt er al enthousiast over te zijn geweest. Een werkelijk riante riviermonding met stranden en baaien en rotsen en een lieflijk romantisch stadje met schilderachtige huizen en een kasteel, kortom, paradijselijk. Pracht foto’s in de Pilot. Daar wil je voor anker liggen, vlakbij de oude steiger waar vroeger de driemasters lagen.

In de Pilot is de monding goed beschreven en werkelijk magnifiek gefotografeerd vanuit de lucht. De “bar” is duidelijk zichtbaar, aan de zuidkant, met een nauwe noordelijke ingang, vlak onder een rotskaapje door, 2.20 m. bij LLWS (laag laag water spring). Bij voorkeur met opkomend tij te proberen en liefst met behulp van een doorgewinterde visserman die je de weg wijst. Geen aanrader voor bangerikken en ongeoefenden. Enfin, daar horen wij niet bij, het is mooi weer, nauwelijks wind en met behulp van die luchtfoto en “keen eyeball navigation” moet ons dit lukken. We kruipen exact volgens de aanwijzingen van de Pilot, met hulp van de GPS – hier perfect in orde- plus echolood en Frans in de preekstoel naar de doorvaart langs de “bar” waarbij je overigens akelig dicht onder dat rotspuntje door moet, volgens de zeilaanwijzingen. Het echolood wijst 4,5 meter, Frans ziet zand maar het lijkt diep, en dan boem. Een rollertje op de kont en boem boem. We stuiteren meter voor meter verder naar de “bar”. Aan de wal kennen we dit, maar hier is het minder leuk. Ik geef de motor een tandje meer en probeer richting de beloofde doorvaart te sturen, maar we bonken nutteloos in een onderwater zandstorm. Vol achteruit. Trillend, sidderend, kreunend ploegt de Noorderzon centimeter voor centimeter terug door het zand. En elke – weliswaar onschuldig lijkende – brandinggolf breekt in de kuip. Ik maak me zorgen over de hak, de roerkoning en de rest, waaronder de interkoeling die wel erg veel zand naar binnen krijgt lijkt me. Na een kwartiertje eeuwigheid beginnen we met grotere sprongen van bonk naar bonk te bonken en ineens zijn we los. Pfffft. We gaan voor anker en willen net een welverdiend fris vitaminesapje nemen als we zien dat de rubberboot, mèt buitenboordmotor, omgekeerd achter de Noorderzon hangt. Even vloeken, hoewel je zo’n rubberboot niks kwalijk kan nemen als je tegen de branding in achteruit vaart…Goed, geen vitaminedrankje dus, maar met gezwinde spoed in de inmiddels weer omgekeerde rubberboot springen en trekken aan het touwtje. Hoera, hij doet het! Zelfs beter dan ooit, meestal moet je vijf keer trekken, nu maar twee keer, zou zo’n 2takt Mariner buitenboordmotor van zout water houden? Ik vaar meteen maar even flink een rondje, tot zorg van Frans blijkt bij terugkomst, want ik heb noch riemen, noch reserve brandstof bij me. Hij ziet me honderden meters weg brommen en zwaait fanatiek. Ik zwaai vrolijk terug, want het motortje loopt prima. Zo inspecteer ik de “bar” en wat denk je? Die ligt niet meer aan de zuidkant, maar dwars voor de ingang aan de noordkant! Die mooie luchtfoto in de Pilot klopt voor geen vadem. Je moet helemaal langs de zuidkant varen, een paar meter van de wal, onder een stijl oplopende zandbank en dan ineens pal noord richting eerder genoemde rotspuntje…enfin, ik zal Laurie Norie en Wilson van de Pilot een mailtje sturen.

Maar, wat een plek!! Wij zijn het enige jacht in de rivier (wie durft nog na dit verhaal?) en we liggen op een reddingboeiworp van een restaurantje waar de Dourade vers is en de wijn koel.

Tot slot een anekdote die inhaakt op het “Merkwaardig voorval” dat gemeld werd door een zekere F. Visser uit Sneek, die onverlichte boten voor de Nederlandse kust bezig zag met verdachte handelingen, daarop de Kustwacht informeerde en als antwoord kreeg dat noch politie, noch kustwacht iets doet aan dit soort zaken…

Dat is héél anders in Portugal!

Wij voeren ’s nachts rond drie uur onder kaap Sagres (vlakbij Cabo Sao Vicente) en hadden – toegegeven – de marifoon niet op de luidsprekers staan om het geouwehoer van vissers niet te horen. Stikdonkere nacht, goed zicht, veel lichtjes waaronder een rode en een groene die samen recht op ons af komen. Wij stuurboord uit. De lichten draaien mee-vloekerdevloekvloek!- alweer een dronken visserman? Maar de lichten komen nu onwaarschijnlijk snel dichterbij en een duizend watt schijnwerper wordt op ons gemikt. Wij – niet kinderachtig – mikken terug met ons ook niet geringe schijnwerper. Dan komt de boot wel erg dichtbij; wij stoppen de motor en zien een Miami-Vice-achtige superspeedboot naast ons op drie meter afstand. Brigada Fiscal staat op de romp. Ah! Ik roep hen op met de marifoon, via kanaal 16. Ze sommeren ons te stoppen (hebben we al gedaan) en vragen bootnaam, schippersnaam, laatste haven enzovoort. Dan melden ze dat er een paar mannen bij ons aan boord willen komen. OK, goed, kom maar. Frans maakt gedienstig het hekje in de zeereling alvast open. Bij hen aan boord, in de helverlichte kajuit, zien we mannen bezig met opblaasbare zwemvesten. Ze gaan aan dek, waar op het achterschip op een soort lanceerplatform een grote rubberboot ligt. Die wordt te water gelaten, de mannen springen er in, ze hebben wapens bij zich. Fanatiek rukken ze aan het koord van de niet geringe buitenboordmotor, die geen sjoege geeft. Ze drijven af, verder en verder. Ondertussen staan de overgebleven fiscale politiemannen druk gesticulerend aan dek. Roeien! Is het commando. En de vier mannen pakken verrassend kleine plastic peddeltjes en peddelen over de klotserige zee naar ons toe. Dat duurt even. Maar, ze komen er en twee klimmen aan boord, gedienstig geholpen door Frans, die vindt dat je zulke mannen te vriend moet houden. Eén is de baas en doet het woord, hij is super beleefd en spreekt goed Engels. De vragenlijst is bekend, die krijg je in elke haven onder je neus. Of we wapens hebben? Andere uh…zaken? Nou nee, we zouden wel een paar leuke vrouwen aan boord willen hebben – zegt Frans. Ze kunnen er een beetje om lachen.

Mogen we het schip even van binnen bekijken? Natuurlijk. De stille vergezelt mij, maar van inspectie is geen sprake. Hij vraagt beleefd of het licht in het vooronder aan mag, ziet mijn slaapzak en knikt tevreden. Het is goed. Nog even een blik in de WC en bijna opgelucht vervoegt de politie-assistent zich weer in de stuurhut.

Hebt u problemen met de radio, vraagt de leider. Uh…nee hoor! We zeggen maar niet dat we de luidspreker niet bij hadden staan – schande!

De beide politiemannen nemen hoffelijk afscheid en wensen ons verder een plezierige vaart. Dat zal wel lukken, want het is een mooie nacht onder de kust van de Algarve, een van de buitengrenzen van Europa. We zien de superspeedboot als een raket aan de horizon verdwijnen op zoek naar die verdachte schepen, waarin de Nederlandse kustwacht kennelijk niet is geïnteresseerd.

Christian Oerlemans