Terwijl ik werk aan dit essay, word ik ingehaald door de actualiteit. Elf jongeren, mannen, vrouwen, krijgen de doodstraf in Iran. Omdat zij protesteren tegen onderdrukking. In ons land wordt gedacht aan intimidatievrije zones in grote steden. Omdat 69% van de vrouwen niet meer over straat kan zonder te worden lastig gevallen, door mannen.
Was er meer respect voor de vrouw ten tijde van Gilgamesj?
Haar haar.
In Iran wordt een vrouw doodgeslagen, omdat zij een plukje van haar hoofdhaar in het openbaar toont. De mannen van de ‘moraalpolitie’ deden hun werk. Zeg maar ‘mores’ politie. Om vrouwen mores te leren. Deze mooie jonge Mahsa Amini had zich niet moeten verzetten. Zij had zich in de eerste plaats niet schuldig moeten maken aan zo’n ernstige overtreding. Blaming the victim – een bekend verschijnsel binnen religieuze werelden, die in feite mannenwerelden zijn.
Iraanse vrouwen trokken zich in protest de haren uit het hoofd, knipten ze af, verbrandden ze zelfs.
Vrouwen en hun haar.
Waar komt toch die fascinatie vandaan? Was het jaloezie van de mannen die, veelal als profeet, de onderdrukkende wetten schreven, in naam van hun God die vanzelfsprekend ook een man was(is).
Hoewel de kale schedel in de geschiedenis vaak gepropageerd is als teken van macht, of zelfs heiligheid, willen mannen toch liever haar op hun hoofd. Zelfs toen in de 17e eeuw lang haar voor mannen zondig en heidens werd verklaard, scheerden ze niet massaal de schedels kaal.
In de 18e eeuw zagen we hierop zelfs een overdreven reactie, met feminiene pruiken op mannenhoofden en torenhoge kapsels bij de vrouwen.
Over pruiken gesproken, in Jeruzalem is heden ten dage de mooiste en meest chique pruikenwinkel te vinden. Speciaal voor gehuwde vrouwen. Omdat een Joodse vrouw na het huwelijk haar haar dient te verwijderen, teneinde vreemde mannen niet in verleiding te brengen. Het gaat om het begrip ‘hoofdbedekking’, religieus voorgeschreven. Het is mij niet bekend wanneer de slimme oplossing van den pruik is bedacht, maar moderne gehuwde Joodse vrouwen dragen de mooiste kapsels, waarmee ze er wellicht verleidelijker uitzien dan met hun eigen haren, mochten ze dit behouden hebben.
De mens heeft de neiging om regels te omzeilen, vandaar veel religieus revisionisme door de tijden heen.
Vrouwen zijn trots op hun haar, beschouwen het als essentieel teken van hun vrouwelijkheid. Sinds de oudheid bestaat er een cultus rond vrouwelijke haarverzorging, met magische kappers en cosmetische wonderproducten. Begrijpelijk dat dit in de mannenwereld ergernis opwekte. Misschien waren vrouwen nooit zo onderdrukt, als ze lelijk varkenshaar hadden gehad, of helemaal geen haar. Maar het begint al met Eva. Op alle schilderingen heeft zij mooi lang haar. Dat was wellicht geen probleem geworden, als ze braaf was gebleven en niet had willen eten van de boom der kennis. Mooi haar en kennis gaan niet samen in de mannelijke gedachtewereld, getuige het nog immer voortlevende dogma van ‘dom blondje’.
De apostel Paulus, geboren in het jaar 3, werd op 33-jarige leeftijd bekeerd door Jezus zelf, die voor deze gelegenheid afdaalde, wellicht om een einde te maken aan de gruwelijke vervolging van Zijn volgelingen, door deze Romein.
Paulus werd na zijn bekering een nog fanatieker verdediger dan hij ooit vervolger was geweest, wat vaak het geval is met bekeerlingen.
Paulus zette de vrouw op haar plaats.
Hij schreef een brief – zijn eerste – waarin hij stelde dat Jezus het Hoofd is van de man, de man het Hoofd is van de vrouw en God het Hoofd is van Jezus. Zo werd Gods Orde vastgelegd voor de eeuwigheid.
Paulus schreef daarna nog vele brieven aan de inwoners van vele Griekse steden, zoals Korinthe, waarin hij zich ergerde aan de losbandigheid der Grieken. Vrouwen droegen weliswaar hoofdbedekking – in de betere kringen – maar dit deden ze uit ijdelheid in plaats van onderdanigheid. Dat was zondig, maar nog zondiger was de Griekse seksuele moraal, die de naaktheid van zowel man als vrouw wellustig goedkeurde. (Waaraan we zulke prachtige beelden hebben overgehouden).
Anders dan in de monotheïstische religie, voelden Grieken zich niet minder dan hun Goden, waaronder trouwens vele aantrekkelijke vrouwen.
In de autoritaire religie was (en is) het begrijpelijk dat mannen de schoonheid van hun bezit voor zichzelf wilden houden en er niet de hele wereld van wilde laten meegenieten. De vrouw moest thuis blijven. En mocht verblijf buitenshuis onverhoopt noodzakelijk zijn, dan moest zij haar aantrekkelijkheid bedekken, dus vooral het haar, gezien als haar verleidelijkste sieraad.
(Pas beging jaren zestig werd door de Katholieke kerk de verplichte hoofdbedekking afgeschaft als de vrouw buitenshuis op weg ging naar de kerk.)
Zoals al aangestipt,begon alles met de ongehoorzaamheid van Eva, die zich als vrouw wilde ontwikkelen. Het Paradijs bleek een glazen plafond te hebben.
Nadien is er veel beschreven in de Thora, de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse bijbel (Tenach) en ons Oude Testament. In deze verhalen is de eerste belangrijke vrouw, na Eva, de echtgenote van aartsvader Abram. Zij heette Sarai en werd later- na haar 90ste- Sara genoemd. Sarai schijnt een mooie vrouw te zijn geweest, zelfs nog op 65-jarige leeftijd als zij voor het eerst in de bijbel figureert. In afbeeldingen draagt zij weliswaar een grote borstbedekkende hoofddoek, maar zij was beslist niet onderdanig aan Abram. Die hoofddoel droeg ze ongetwijfeld omdat ze bang was zand in haar mooie haar te krijgen, daar in dat tentenkamp in de woestijn van Kanaän. Haar formaat hoofddoek zien we nog terug bij vele Islamitische vrouwen, wat geen toeval kan zijn. De profeet Mohammed kende de Thora ook.
In de Koran, die volgens de Islam een vervangende versie is van de Thora, gebaseerd op de laatste openbaringen van God, aan de laatste en 25ste profeet, worden twee soera’s specifiek gewijd aam de vrouw en haar kuisheid. Zij moet haar borsten bedekken, alsmede haar ‘sieraad’. Vele Schriftgeleerden hebben zich over de betekenis van dit begrip gebogen. Er wordt overwegend gedacht aan het gehele lichaam en minder aan intieme delen, wat ook de volledige tentvormige bedekking verklaart. Echter, het zou kunnen dat Mohammed vooral het ‘Haar’ heeft bedoeld. Immers, dit is het mooiste eigen sieraad dat de vrouw heeft gekregen van God. Dus hoofdbedekking is begrijpelijk. Maar dodelijke gestrengheid niet. Afknippen en verbranden van haar krijgt zo betekenis, als heftig protest.
Terug naar de Korinthiërs (11:3-16). Hoofdbedekking van de vrouw betekent onderwerping aan Gods Orde. Mannelijke logica van Paulus. Het is voorstelbaar dat een belezen intellectueel als Mohammed deze gedachtegang heeft overgenomen.
In Soera 24 wordt gesteld dat vrouwen hun sieraad niet mogen tonen, behalve aan hun echtgenoot, plus een aantal genoemde mannelijke familieleden. Dit laatste lijkt mij te bevestigen dat het om hun ‘Haar’ gaat en niet om het gehele vrouwenlichaam. Voorts staat geschreven dat vrouwen niet met ‘hun voeten mogen stampen’ zodat hun verborgen ‘sieraad’ zichtbaar wordt.
Dansen was dames dus verboden, zoals ook in het Christendom, waar dansende vrouwen zondig waren.
(Hoe we hierin de Arabische buikdans moeten plaatsen is mij onduidelijk.)
Ook Soera 33 beklemtoont specifieke kledingvoorschriften voor de vrouw, zoals overkleed of omslagdoek, ter voorkoming dat zij vanwege haar vrouwelijkheid wordt lastig gevallen door mannen. En wat wordt er gezegd tegen mannen? Dat zij hun ogen moeten neerslaan en hun kuisheid moeten bedekken.
In een gemengde Sauna zag ik een Arabische jongeling die zijn kuisheid weliswaar bedekte met een handdoek, maar zijn erectie niet kon verbloemen. Hij sloeg de ogen niet neer, maar ga ze goed de kost. Hij waande zich in het Paradijs.
De Islamitische Hemel is een belofte voor mannen. Aan vrouwen wordt niets beloofd. Geldt ook voor Petrus trouwens, want die belooft eigenlijk helemaal niets. Hij memoreert alleen de strenge eisen, zoals reinheid, kuisheid en onderdanigheid aan God, die persoonlijk de uitverkorenen selecteert.
Genoemde onderdanigheid is onderdanigheid aan hun man, indachtig Gods Orde. Haar toekomstig verblijf in de Hemel is afhankelijk van zijn welwillendheid. Dit hemels verblijf wordt door Petrus omschreven als een ‘zetel’ . De man krijgt een zetel te rechterzijde van Jezus, die te rechterzijde zetelt van God. Als de vrouw zich op aarde goed gedraagt, krijgt zij een zetel te rechterzijde van haar echtgenoot. Je vraagt je af, waar doen we het allemaal voor.
Mohammed heeft dit beter begrepen, althans, voor de man. Hij omschrijft het Paradijs als een weelderige tuin met luxueuze rustbanken. Jongelingen in de bediening schenken dranken waarvan men geen hoofdpijn krijgt of dronken wordt. Vurige maagden met grote glanzende ogen doen de ronde en zij worden niet ouder en blijven altijd maagd (Hoeri genoemd). Voorts krijgt elke man twee mooie echtgenotes.
Het lijkt een plek met een hemels vrouwenoverschot, waar vrouwelijke stervelingen weinig te zoeken hebben. Je zou kunnen denken aan een metafoor of hyperbool, ware het niet dat veel mannen deze omschrijving letterlijk nemen en de vrouw, zowel in de Hemel als op Aarde, zien als een gebruiksvoorwerp.
Desalniettemin moeten we constateren dat vrouwen, met de komst van de Islam in Arabië, betere levensvoorwaarden kregen. Zij mochten niet meer worden verkocht of verhuurd, zoals een ezel, en evenmin door mannen worden geërfd. Arabische poëzie van vóór de 7e eeuw schetst de vrouw als volledig overgeleverd aan de lusten van de man. Het huwelijk werd door de Islam ingesteld, met de verplichting van een bruidsschat.
De verovering van half Europa bracht, onafhankelijk van religie, meer eruditie en beschaving.
Beëindiging van de aloude Arabische stammenstrijd was de grootste winst van de Islam, met in het verlengde voor vrouwen een betere wereld waarin zij niet meer werden geroofd en verkracht.
Terug naar Abram, aan wie een groot volk was beloofd. Hij was op hoge leeftijd echter nog kinderloos, omdat zijn vrouw Sarai geen kinderen kon krijgen. Zij is al 65 als zij in de Thora wordt beschreven als een mooie vrouw, maar ook een lastige vrouw met nukken en eigenwijzigheid. Sarai bezat een jonge Egyptische slavin genaamd Hagar, waar Abram wel eens met een schuin oog naar keek. Dit bracht haar op het idee haar kind te ontvangen uit de schoot van Hagar. Zij moedigde haar echtgenoot aan om vreemd te gaan, hetgeen geen teken is van onderdrukking. Toen Hagar in verwachting raakte, werd zij hovaardig tegenover haar meesteres, die zij zelfs beschimpte als oude onvruchtbare vrouw. Gevolg was dat Abram, op bevel van Sarai, Hagar de woestijn in stuurde. De arme slavin vond gelukkig een bron, zodat zij niet omkwam van de dorst. Hier verscheen JHWH die haar zei terug te keren en onderdanig te zijn aan haar meesteres Sarai. Ook verzekerde Hij haar dat zij een zoon zou baren genaamd Ismaël en dat daaruit een groot volk zou ontstaan.
Toen Ismaël werd geboren was Abram 86 jaar en Sarai wellicht niet veel jonger. Zij moest dan ook hartelijk lachen toen er drie Heren in de tent verschenen die haar aankondigden dat zij na een jaar een zoon zou krijgen. ‘U denkt toch niet dat ik op mijn leeftijd nog het bed deel met Abram’, had zei gezegd. Maar, de Heren hadden gelijk, de zoon kwam en Abram noemde hem Isaak, hetgeen betekent ‘Hij -dwz JHWH- die lacht’. Nog kennen we het gezegde ‘Wie het laatst lacht, lacht het best’.”.
Zo kreeg Abram twee volken, dat van Ismaël en dat van Isaak. Zoals we weten bleek dit de kiem voor oorlog.
Een andere sterke onafhankelijke vrouw die we niet mogen vergeten, is Mirjam.( Grieks Marian, Latijn Maria). Het was Mirjam die de overwinningsliederen zong, toen de Joden uit Egypte vertrokken, onder leiding van haar broers Mozes en Aäron. In de meeste schilderingen heeft Mirjam prachtig onbedekt haar.
Een nog duizend jaar oudere wijze onafhankelijke vrouw komen we tegen in de ‘reis van Gilgamesj’ ,het Soemerische epos waaruit ook geput is voor verhalen in de Thora, ons Oude Testament (o.a. de Zondvloed). Gilgamesj zoekt eeuwige roem en wil, als de Goden, onsterfelijk worden. (Sinds mensenheugenis de wens van stervelingen).Het lukt hem tenslotte (evenals later Jezus) en hij wordt God van de onderwereld, met de hulp van de Akkadische Godin Ishtar. Een vrouw dus.
In de mythische verhalen over deze held, koning van Uruk in Mesopotamië, redde hij de mensheid van draken en tirannen. Vrouwen vertegenwoordigen hierbij alles wat gekend moet worden om zichzelf te kennen en het leven te begrijpen. De vrouw is wijsheid en macht, maar tevens verleiding en ondergang.
Gilgamesj ontmoet aan de oever van de “zee des doods”. de wijze vrouw Siduri. Haar woorden zijn ook nu nog een les voor de mens. Verlang niet naar wat niet is; geluk na de dood.
(Overgenomen uit werk van Tzvi Abusch).
” O Gilgamesj, waartoe dit dwalen? Het leven dat jij zoekt zul je nooit vinden. Toen de Goden de mensheid schiepen, beschikten zij de dood voor de mensheid en hielden het Leven voor zichzelf. Welnu dan, Gilgamesj, laat jouw maag gevuld zijn; geniet steeds, dag en nacht! Maak plezier, elke dag; dans en vermaak je, dag en nacht! Laat je kleren steeds verzorgd zijn, je hoofd fris gewassen, je lichaam in water gebaad; bewonder het kind dat je bij de hand houdt; Laat je vrouw genieten van je voortdurende omhelzingen! Want dat is het lot [van de stervelingen].”
Hoewel Paulus de vrouw niet hoog plaatste in Gods Orde, heeft hij haar wel bevrijd van beklemmende Joodse wetten. In zijn brief aan de Galaten zegt hij dat de Joodse wetten niet meer in acht hoeven te worden genomen, daar Christus dit reeds heeft gedaan en hiermee de mensheid ervan heeft bevrijd.
Het lijkt erop dat hij hiermee tevens Jezus, immers een zeer vrome Jood, heeft bevrijd.
Je zou kunnen zeggen dat het mannelijke monotheïsme pas na de derde eeuw echt mannelijk werd, vooral ook toen later Paus Gregorius de Grote ingreep en een veelheid aan Maria verhalen (afgezien van de Moeder) samenvoegde in één vrouw: Maria van Magdala, ook genoemd Marie Magdalena, die in de 9e eeuw tenslotte heilig werd verklaard.
Marie van Bethanië, een dorp in Judea ver verwijderd van Magdala aan de kust, was de leerling die aan de voeten van Jezus zat en die zalfde met kostbare olie. Dan was er nog de zondige Maria waaruit, volgens Lucas, zeven demonen werden verdreven.
De verwarring waaraan Gregorius I een eind wilde maken, werd veroorzaakt door de Evangelisten. Volgens Johannes was Maria van Magdala de ‘Apostel der Apostelen’, de beste leerling en intieme rechterhand van Jezus. Volgens Lucas was zij de zondares die aan de voet van het kruis Zijn voeten zalfde, hoewel dit ook gedaan was door Maria van Bethanië, toen Jezus haar en haar zuster Martha en broer Lazarus bezocht zou hebben. Matheus en Marcus verwarren de gebieden waar Maria woonde, al dan niet als zondares. Tekenend echter voor Haar Belangrijke Positie is het gegeven dat Jezus haar, na zijn opstanding, als éérste bezocht.
Het lijkt erop dat Jezus een androgyne man was die vrouwen als gelijken behandelde en zich om hen bekommerde als ze ziek waren en zogenaamd onrein, zoals Suzanna en Johanna en vele anderen die hem volgden.
Dit klopt met wat Paulus zegt over de loslating van de Joodse wetten, waaronder deze vrouwen als onaanraakbaar werden bestempeld.
Ook lijkt het erop dat de vrouw pas later, na Gregorius I, haar ondergeschikte rol kreeg toebedeeld door de Roomse kerk.
In oude godsdiensten werden zowel mannen als vrouwen vereerd. Ook later bij de Grieken en Romeinen. De mannencultus kwam met de monotheïstische visie, met de komst van Heren en Zonen en Profeten. De vrouw werd moeder en bezit van de man van wie zij haar ‘sieraad’ moest bedekken.
In de oudheid der oudheden zal de man-vrouw relatie minder conflictueus zijn geweest, omdat de taakverdeling duidelijk was, overeenkomstig het dierenrijk waartoe ook wij behoren. Het ging mis toen we onze hersens gingen gebruiken en over de taakverdeling gingen nadenken – en schrijven.
Christian, November 2022.