Bolder is een jongen die meent slecht te moeten zijn, omdat zijn ouders fout waren in de oorlog. Hij heeft geen keus, slecht zijn is zijn lot.
Nadat zijn vader zelfmoord heeft gepleegd, ontvlucht hij het benauwde bange leven met zijn lijdzame moeder.
Op weg naar het Slechte Pad ontmoet hij zijn idool Gerard, een sluwe Rotterdamse straatjongen die in de naoorlogse puinhopen van Rotterdam leerde hoe je moet profiteren van andermans ongeluk. Gerard heeft zich, mede door zijn huwelijk met een rijke jonge oorlogsweduwe, opgewerkt tot ogenschijnlijk gerespecteerd zakenman. Hij doet duistere zaken in juwelen en antiek en kiest Harry, een willig slachtoffer, als hulp en later ook als bedgenoot. Bolder adoreert Gerard als voorbeeld, vriend en vaderfiguur, maar ziet hem gaandeweg ten onder gaan aan eigen waan en angstpsychoses: zijn idool blijkt een gestoorde gek die bovendien zijn vrouw molesteert. Bolder weet zich los te maken uit de magische greep van Gerard waardoor hij terecht komt in de armen van diens vrouw. Hij, de jongen die man wordt, zij de oudere vrouw die nooit een meisje mocht zijn. Het verhaal ontwikkelt zich dan naar een dodelijke climax, waarbij Bolder in een gruwelijke catharsis zijn verleden weet te vermoorden en daarmee tegelijk afrekent met zijn laffe vader die voor zijn kinderogen zelfmoord pleegde. Een roman met thriller elementen, waarin de jaren vijftig en zestig in Amsterdam tevens boeiend tot leven komen.