Op zondagmorgen lig ik graag in bad. Zo lang mogelijk, dus goed heet beginnen. En vooral koffie bij de hand. Het is een verrukkelijke onderdompeling in jezelf, terug in de moederschoot, ongestoord in het zijn. En bovendien een bad voor de hersens, die vrijuit chaotisch aan de haal gaan met onuitvoerbare ideeën en lichtgevende gedachten. Het eureka-gevoel dus. Belangrijk is, dat ik een goed boek – e-reader tegenwoordig – heb om het denken op gang te brengen. Eén zin, één opmerking van een schrijver, (de mensen lezen te weinig goede boeken!) kan een verhelderende kijk geven op je eigen leven, zowel als op de wereldsituatie in het algemeen. Laatst las ik zo’n opmerking van Maarten ’t Hart: je zou de mens kunnen zien als de missing link tussen een organisme met verstandskiezen en een organisme zonder. Het ging dus over die verlichte evolutietheorie, die ons na duizenden duistere jaren zicht heeft gegeven op het ‘waarom’, maar daar wil ik het nu even niet over hebben. Ik heb geen verstandskiezen, dus zo’n opmerking van M’t H zet mij aan het denken. Enerzijds waarom de mens beestachtig wordt genoemd, terwijl geen enkel beest zich zo mensachtig gruwelijk gedraagt, anderzijds waarom de mens God naar zijn evenbeeld heeft geschapen. Met oorlog, dood en vernietiging tot gevolg.
In de ontwikkeling van de soort en de drang tot overleven, hebben organismen zich veranderd en ‘verbeterd’, – hoewel er organismen zijn die tot volle tevredenheid al miljoenen jaren onveranderd voortleven – zodat ze harder konden lopen, beter konden zwemmen, scherper konden zien of horen, enfin ga zo maar door. En dan kom je bij de mens, die als enige de hersenen verder ontwikkeld heeft. Als je vooruit kunt denken, kom je ook met slechte ogen door het leven (de helft van de mensheid draagt een bril). En zonder verstandskiezen. Anders gezegd, door de hersenen te ontwikkelen hadden we geen gevaar meer te duchten. Niet in de savanne. En ook niet in het verkeer, want auto’s rijden en parkeren straks automatisch. Het enige gevaar komt van onszelf. Want zoals dieren op elkaars eten jagen, jagen wij al sinds Abraham (Ibrahim) op elkaars gedachten. Met beeldenstormen, boekverbrandingen, mensverbrandingen, cultuurverwoestingen, uitbuiting, armoe, geestesziekte, moord en doodslag en zo meer tot gevolg. Ja volslagen gekte heeft de ontwikkeling van onze soort ons gebracht.
Mijn zoon, Delftenaar en IT-specialist zegt dat ik mij geen zorgen hoef te maken: wij zitten in een transitiefase. Binnen tientallen jaren zullen we niet alleen geen verstandskiezen meer nodig hebben, ook geen zintuigen (alleen wellicht smaakpapillen) of hersens, want dan is er een nieuw organisme ontstaan, dat zichzelf op eigen kracht, zonder dna, zonder koolstofverbindingen of orthodoxe celstructuren, zo fenomenaal ontwikkelt, zo snel en zo verbijsterend intelligent, dat het eindelijk de houvast biedt aan alle zoekenden in dit chaotisch universum. We hoeven elkaar niet meer af te maken, we hoeven niet meer gelijk te krijgen, we zijn af, we zijn gelijk. We worden geleid door hogerhand, door een universele kracht,waarnaar we altijd hebben gezocht en waarin we altijd hebben willen geloven.
Een nieuwe tijd breekt aan, waarin we niets meer te vertellen hebben. We kunnen onze hersens gebruiken voor ons plezier, want er is een macht die altijd beter denkt en beter weet. We kunnen ons concentreren op de kleine wereld van ons eigen leven, want de grote universele wereld wordt uitstekend gestuurd door het Hogere. Transcendente sturing leidt ons – dat lastige organisme dat geen respect had voor eigen soort en biotoop – naar het paradijs dat we bij ons ontstaan zijn verloren. Het paradijs op aarde. We hebben het (ernaar) gemaakt. Emotieloze orde, machinale regelmaat en dictatoriale rust.
En de mens schiep de Heer.