De blauwe appel

Verhalen van mijn broertje

Natuurlijk heeft hij veel nagelaten. Schriften, boekjes, losse vellen getypt op zijn oude Underwood. In het boekje met de titel ‘Astronomische Navigatie’ vertelt hij over zijn schoolgang, geschreven in zijn hakerige blokhandschrift (in zijn jeugd moesten kinderen blokschrift schrijven).

Zo klein als de jongen is heeft hij al lang door dat zijn kreatieve talenten konsekwent de grond in worden geboord, of op smalende toon worden afgekraakt. Maar hij weet deze wetenschap voor volwassenen verborgen te houden. Uit zelfbehoud.
“Wat is dit dat je daar hebt getekend?”
“Een boom meester”.
“Maar dat lijkt toch helemaal niet op een boom! Er zitten niet eens blaadjes aan en er zitten geen vogeltjes in.”
“Ja meester..”
“Wat ja meester, er zitten geen blaadjes aan en er zijn geen vogeltjes, zo teken je geen boom. En wat is dat trouwens voor een rare blauwe vlek? Met dat dunne streepje er aan middenin die rare boom van jou?”
“Een appel meester.”
“Idioot kind, er zitten geen blauwe appels met streepjes in bomen.”
Hier botsen de werelden van de kleine kunstenaar en de schoolse ambtenaar. De jongen weet donders goed dat er geen blauwe appels met streepjes bestaan, maar wel meesters die je kunt ophangen in een boom en die dan blauw worden. Als je geen streepje tekent, als symbolisch eindje touw, dan gaat er veel van het realisme verloren.
Die kaffer van een meester heeft dit allemaal niet door, hij denkt een jongen zonder talent voor zich te hebben. Hij doet muggenzifterig over blaadjes en vogeltjes terwijl hij zich niet kan identificeren met een blauwe vlek. Want een blauwe vlek is hij. Alleen nog zonder touwtje, maar dat komt nog wel.
Ja die jongen komt er wel, die wordt nog eens een groot kunstenaar waarover de wereld zich zal verbazen, zo jong en dan al miskend dat belooft wat voor de toekomst. Hij heeft nu al het raffinement om zijn miskenning met een glimlach te dragen en rustig over blauwe appels te converseren terwijl in zijn tekening een drama plaats vindt. Iets dat voor eeuwig is vastgelegd, maar dat door niemand wordt begrepen. Blauwe appels haha. Een genie in aanbouw, deze jongen. Als hij nog leeft zal deze meester later nog eens trots aan z’n leerlingen vertellen: ‘die beroemde schilder heeft vroeger hier als klein jongetje in de klas gezeten, hij kon toen al erg goed schilderen en tekenen, vooral blauwe appels, daar was hij goed in, ja ik heb toen meteen al gezien dat er een groot kunstenaar in die jongen stak en hem zoveel mogelijk gestimuleerd..’
En dan daarna weer het verhaal over de reiziger die van A naar B gaat en blablabla.
Je zou zeggen een gewaarschuwd meester telt voor twee, maar nee.
Voorzichtig beweegt de jongen zijn gekwetste vingers en kijkt verbaasd op naar het gezicht van zijn meester, waarop een voldane glimlach verschijnt.
Dan ontwikkelt alles zich razendsnel. De jongen grijpt uit het ronde gaatje in zijn lessenaar de inktpot, die nog goed vol is, en smijt deze met kracht omhoog. Het resultaat is verbluffend. De glimlach van de meester verstart terwijl de inkt van zijn gezicht druipt en grote zwarte vlakken maakt op het grijze pak, het pak dat de jongen in de vier jaar dat hij in de klas zit bij deze meester elke dag met z’n ogen grondig heeft onderzocht op slijtageplekken, winkelhaken of gaten. Want dat iemand vier jaar lang in staat is hetzelfde pak te dragen, komt hem voor als een wonder, temeer omdat hij zelf een broek binnen vier weken tot op de draad kan verslijten.
Het geeft de jongen een weldadig warm en voldaan gevoel te weten dat nu zelfs de meester een ander pak krijgt. Hij realiseert zich op dit moment niet dat de getergde leerkracht zijn gedachtegang niet volgt en hij begaat de fout om opgetogen door de klas te roepen: “nou krijgt meester van zijn moeder tenminste een nieuw pak!”
Meester reageert minder blij dan de jongen heeft verwacht en haalt opnieuw uit met de lineaal.
Zo krijgt de jongen zijn eerste levensles binnen; dat dingen waarover je echt blij kunt zijn meestal de dingen zijn waarover je beter je mond kunt houden.